Uitvoeringen in DIN

Constructie en werking

Standaard klepafsluiter

Een ‘standaard’ klepafsluiter bestaat uit een bovendeel, of kopstuk, en een afsluiterhuis met daarin een opening, waarop door middel van een spindel een klep op (‘open’) en neer (‘dicht’) wordt bewogen. De spindel wordt meestal bediend met een handwiel of een pneumatische, elektrische of hydraulische aandrijving. Er zijn ook varianten die door een vlotter, veer of gewicht worden bediend. Op deze basisconstructie zijn door de jaren heen diverse afgeleide variante ontwikkeld.

De belangrijkste:

Klepafsluiter met ingebouwde terugslagklep 

Deze slimme combinatie van een klepafsluiter en een terugslagklep is ontworpen voor toepassingen waar een compacte constructie vanwege ruimtegebrek gewenst is, zoals aan boord van schepen. In feite is een klepafsluiter met ingebouwde terugslagklep van inlaat tot uitlaat een normale klepafsluiter. Mocht het medium echter terugstromen als gevolg van een negatief drukverschil, dan sluit de losse klep de zitting af.

Deze constructie wordt daarom ook wel ‘losse klepconstructie’ of ‘SDNR’ (Screw Down Non Return) genoemd. Voor situaties met geringe tegendruk kan optioneel een veer worden toegepast die de klep eerder laat sluiten.

Klepafsluiter met regelklep en/of standaanwijzer 

Sommige klepafsluiters kunnen worden voorzien van een zogeheten ‘parabolische klep’, ook bekend als regelklep. Klepafsluiters met een parabolische klep openen en sluiten veel geleidelijker, waardoor de mediumstroom nog beter kan worden beheerst dan met een standaard klepafsluiter.

Een klepafsluiter met een standaanwijzer heeft een visuele aanduiding van de positie van de klep. Daarnaast bestaat vaak mogelijkheid om sensoren aan te brengen, waarmee de stand van de klep d.m.v. een signaal wordt door gegeven.

Spindel met binnenliggende draad

Bij deze uitvoering bevindt de spindelschroefdraad zich in de afsluiter, waardoor deze doorgaans in contact komt met het medium. Deze constructie is relatief goedkoop. Daar staat tegenover dat de spindel onder invloed van het medium kan vervuilen en daardoor zelfs kan vastlopen.

Spindel met buitenliggende draad

Bij deze uitvoering wordt het gedeelte van de spindel met de schroefdraad door een beugeldeksel geleid, waardoor de schroefdraad niet in contact komt met het medium. Deze constructie biedt diverse voordelen. 

Zo kan de spindeldraad niet door het medium worden vervuild en is aan de stand van de spindel bovendien te zien of de afsluiter open, dicht of in een tussenstand staat. Daarnaast kan eenvoudig een standschakelaar worden toegepast.

Spindelafdichtingen

De ruimte tussen de bewegende spindel en het kopstuk wordt meestal afgedicht door een stopbuspakking, maar afdichting door een O-ring of een manchet komt ook voor.

Een doorontwikkeling van de klepafsluiter met stopbuspakking is de zgn. balgafsluiter, waarbij de spindelafdichting door een roestvaststalen balg wordt gerealiseerd. De balg zorgt ervoor dat de afsluiter onderhoudsarm wordt en er veel minder tot geen emissie via de spindelafdichting optreedt.
Balgafsluiters zijn in stoom en thermische oliesystemen de beste keuze. Daarnaast worden voor bepaalde giftige chemicaliën, waarvan geen emissie naar de omgeving plaats mag vinden, vaak balgafsluiters voorgeschreven.

ERIKS biedt een compleet assortiment balgafsluiters. 

Klepafdichtingen

De goede werking van een klepafsluiter wordt bepaald door de klepafdichting en de huiszitting: deze moeten onbeschadigd zijn en goed op elkaar aansluiten.

We kennen 2 soorten klepafdichtingen: zachte en metaal. De keuze voor de klepafdichting wordt bepaald door de proces omstandigheden: de zachte afdichting is minder gevoelig voor beschadigingen en de metalen afdichting beter geschikt is voor hogere temperaturen en drukken.

Klepafsluiters met draadaansluiting – vaak toegepast in processen met lage drukken en temperaturen – zijn veelal voorzien van een verwisselbare zachte afdichtingsring van bijvoorbeeld PTFE, FKM, NBR of EPDM. Daarbij geldt dat een PTFE afdichting bestand is tegen een grote variëteit aan chemicaliën en hogere temperaturen. Daar staat tegenover dat PTFE – in tegenstelling tot elastische materialen als FKM, NBR en EPDM – gevoeliger is voor beschadigingen en onder druk wegvloeit. Om ongewenste vervorming te voorkomen, moet een PTFE afdichting daarom goed ‘opgesloten’ zijn.

De klepafdichting kan echter ook worden uitgevoerd in hetzelfde materiaal als de klep, zoals brons of roestvaststaal. We spreken dan van een metalen afdichting. Bij slijtende media (zoals stoom) en hogere drukken worden de metalen klepafdichting en de huiszitting vaak nog voorzien van een geharde laag (bijvoorbeeld Stelliet).

Rechte uitvoering

• De meest toegepaste uitvoering
• Voordeel: goed regelbaar

Haakse uitvoering

• Wordt veel toegepast in scheepsbouw
• Voordeel: compacte bouw 

Vrijstroom uitvoering

• Bij uitstek geschikt voor circulatiesystemen
• Voordeel: lage weerstand

Kopstuk

• Geflensd: robuust en eenvoudig te onderhouden
  
• Ingeschroefd: voordeliger door de lichtere uitvoering
• Union bonnet (wartel): kan ook in combinatie met ingeschroefd kopstuk

Aansluitingen huis

• Flenzen
• Draad
• Laseinden

Materialen afsluiterhuis en kopstuk

• Gietijzer of nodulair gietijzer
• Smeedstaal of gietstaal
• Brons, zinkvrij brons, zinkarm brons en aluminiumbrons
• Roestvaststaal
• Messing
• Aluminium
• Speciale legeringen

Vaste klep

Standaard uitvoering voor open/dicht toepassingen

Met vlakke afdichting voor algemeen gebruik

Regelklep

Parabolisch gevormde klep voor het nauwkeurig regelen van de mediumstroom

Optioneel leverbaar met vastzetinrichting en/ of standaanwijzer

Losse klep

Toepasbaar als afsluitbare terugslagklep

Losse klep met veer

Toepasbaar als afsluitbare terugslagklep

Drukontlaste klep

Toepassen bij hogere verschildrukken in klepafsluiters vanaf DN125 en groter. Om de afsluiter nog goed te kunnen bedienen en vervorming van de klep te voorkomen.

Drieweg klepafsluiters

Drieweg klepafsluiter zijn geschikt voor het mengen en verdelen van vloeistofstromen. Ze worden vaak bediend met behulp van een handwiel, maar kunnen ook worden voorzien van een elektrische of pneumatisch aandrijving.

Zelfsluitende klepafsluiters 

Soms is het van vitaal belang dat bepaalde afsluiters niet ongewenst open kunnen blijven staan. Met name aan boord van schepen wordt in dit soort situaties vaak zelfsluitende afsluiters en kranen toegepast. Het zelfsluitende effect wordt gerealiseerd door middel van een valgewicht of een drukknop met veer.

SOS afsluiters

Om in noodgevallen brandstofleidingen aan boord van schepen snel te kunnen sluiten of openen, vanaf een plaats buiten de machinekamer en boven de waterlijn, worden SOS afsluiters toegepast. De bediening op afstand kan mechanisch, pneumatisch of hydraulisch gedaan worden.

Vlotterafsluiters

Een vlotterafsluiter is een automatisch werkende mechanische afsluiter die veelal wordt toegepast in reservoirs. De afsluiter opent en sluit onder invloed van het vloeistofniveau. Daalt de vloeistof, dan zakt de vlotter(bal) waardoor de afsluiter door middel van een hefboom wordt geopend. Zodra het gewenste vloeistofniveau is bereikt, sluit de afsluiter automatisch.