Veilig werken
in ATEX-zones
Bescherm jezelf en je werkomgeving
In explosiegevaarlijke omgevingen, zoals ATEX-zones, is veiligheid van het grootste belang. Het correct omgaan met risicovolle situaties vereist specialistische kennis en de juiste apparatuur. ERIKS biedt advies en ondersteuning voor een veilige (ATEX-)werkomgeving:
- Trainingsmogelijkheden voor jouw personeel
- ATEX-gecertificeerd gereedschap en apparatuur
- Onderhoud en certificering van gereedschap en apparatuur
Veilig werken in ATEX-zones
Neem contact op met onze experts bij Tools, Maintenance & Safety om zo meer informatie te krijgen over
hoe je dit kan doen voor jouw werkomgeving.
Nieuwe catalogus nu leverbaar!
Gereedschappen en onderhoudsproducten

Hoe werkt de ATEX-wetgeving?
Krijg je te maken met explosieve atmosferen door brandbare stoffen? Dan geldt de ATEX-wetgeving. We kennen hierin de AEX 153 en de ATEX 114 richtlijn. Het betreffen Europese richtlijnen (EU-richtlijn 2014/34) waaraan de lidstaten van de EU zich moeten houden.

ATEX 114 richtlijn
De ATEX 114 richtlijn is bestemd voor apparatuur die ingezet wordt in gebieden die vanuit de ATEX 153 aangegeven zijn als gevaarlijk gebied. De ATEX 114 is met name bedoeld voor fabrikanten van explosieveilige apparatuur. Deze apparatuur is te herkennen aan het epsilon x-teken.
ATEX 153 richtlijn
De ATEX 153 richtlijn noemen we ook wel de sociale richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld voor een veilige werkplek. Vanaf 1 juli 2003 moeten organisaties, waar een explosiegevaar bestaat, voldoen aan deze richtlijn. In deze richtlijn staat dat de werkgever verplicht is maatregelen te nemen tegen explosiegevaren. In Nederland is deze Europese wet opgenomen in de Arbowet. De werkgever is verplicht om een verdiepende RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) op te stellen ter voorkoming van explosiegevaren. Dit wordt beschreven in het explosieveiligheidsdocument (EVD).
Het explosieveiligheidsdocument
In een explosieveiligheidsdocument (EVD) leg je de methode, bevindingen en maatregelen vast om het explosiegevaar te voorkomen. Met het EVD geef je jezelf, het personeel en de inspectiediensten inzicht of het risico op een explosie tot het minimum beperkt wordt.
Een EVD-document kent verschillende onderdelen:
- Welke explosieve gassen en vloeistoffen aanwezig zijn
- In welke hoeveelheden deze gassen of stoffen aanwezig zijn
- Wat de eigenschappen van die gassen of vloeistoffen zijn
- Wat de grootte van het explosierisico is
- De indeling van gevaarlijke gebieden op het terrein (ATEX zones): zie afbeelding
- De manier waarop de installaties worden aangelegd om explosiegevaar te voorkomen
- De manier waarop de bediening plaatsvindt
- De manier waarop inspectie en onderhoud plaatsvindt
- De manier waarop personeel is geïnstrueerd en toezicht wordt gehouden en het
volgen van de regels.
Meer weten over het opstellen van een EVD?

Indeling ATEX-zones
Er zijn verschillende ATEX-zones, namelijk:
ATEX Zone 0 (GAS)
Brandbare gassen, dampen en nevels in combinatie met lucht (GAS): gevaarlijkste zone
EX-zone 0 (ATEX-zone 0) is de meest gevaarlijke zone. Hier is het risico het hoogst. Het is een gebied waar gassen, dampen en nevels voor meer dan 10% van de werktijd aanwezig zijn. Er is permanent risico op explosiegevaar omdat er voor langere periodes explosiegevaarlijke mengels zijn. Daardoor worden de strengste eisen gesteld aan de apparatuur dat hier wordt gebruikt of aanwezig is.
In het kort:
- Een explosief gasmengsel is voortdurend of gedurende lange perioden aanwezig (meer dan 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit).
In zone 0/20 mag men niet werken met gereedschap dat vonken kan opwekken.
ATEX-zone 1 (GAS)
Brandbare gassen, dampen en nevels in combinatie met lucht (GAS): gevaarlijke zone
In een Ex-zone 1 (ATEX-zone 1) is het risico op de aanwezigheid van een explosiegevaarlijk gasmengsel minder groot dan in een Ex zone 0. Hier is de frequentie op de aanwezigheid van explosief gasmengsel lager en gemiddeld korter van tijdsduur. Het risico op de aanwezigheid van een explosiegevaar is echter nog steeds zeer reëel. Wanneer een explosieve atmosfeer tussen 0,1% en 10% van de tijd aanwezig is, wordt het gebied een Ex-zone 1.
Let op: Dit betekent niet dat dat de explosieve atmosfeer minder gevaarlijk is. Het risico is minder, berekend op basis van de tijdsduur.
In het kort:
- Kans op aanwezigheid van een explosief gasmengsel onder normaal bedrijf is groot (tussen 0,1% en 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit).
Risico is hoog, maar explosiegevaarlijke gasmengsels zijn minder dan 10% van de tijd aanwezig.
ATEX-zone 2 (GAS)
Brandbare gassen, dampen en nevels in combinatie met lucht (GAS): geringe kans
In een EX-zone 2 (ATEX-zone 2) is de kans klein dat er bij normaal gebruik een explosieve atmosfeer aanwezig is. En wanneer die wel aanwezig is, zal dat voornamelijk voor een zeer korte periode zijn.
Voor een Ex-zone 2 is het risico van de aanwezigheid van een explosieve atmosfeer minder dan 0,1% van de tijd. In deze zone worden de minst strenge eisen gesteld aan apparatuur. Dit komt omdat het risico van de aanwezigheid van een explosieve atmosfeer zeer klein is en bij normaal bedrijf nauwelijks voorkomt.
In het kort:
- Kans op aanwezigheid van een explosief gasmengsel is gering. Ook is het slechts een korte tijd (minder dan 0,1% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit).
In deze zone is de kans op een explosie het geringst, omdat een explosief gasmengsel het minst aanwezig is.
ATEX-zone 20 (STOF)
Brandbare stoffen in combinatie met lucht (stof): gevaarlijkste zone
In een EX-zone 20 (ATEX-zone 20) is het risico op ontploffingsgevaar het hoogst. Het is daarmee de gevaarlijkste zone-indeling binnen de 3 stofzones. Er is permanent risico op explosiegevaar omdat er voor langere periodes explosiegevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Daardoor worden de strengste eisen gesteld aan de apparatuur dat in deze zone wordt gebruikt of aanwezig is.
In het kort:
- Een explosiegevaarlijke stofwolk is voortdurend of gedurende lange perioden aanwezig (meer dan 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit).
- Meer dan 1000 uur per jaar.
Een gebied waarin een wolk brandbaar stof in lucht voortdurende lange periode of herhaaldelijk aanwezig is.
ATEX-zone 21 (STOF)
Brandbare stoffen in combinatie met lucht (stof): gevaarlijke zone
In een EX-21 zone (ATEX 21 zone) is de kans op explosie minder dan in zone 20. Dit komt omdat de frequentie op een explosieve stoffen lager is, en korter van duur.
In het kort:
- Kans op aanwezigheid van een explosiegevaarlijke stofwolk onder normaal bedrijf is groot (tussen 0,1% en 10% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit).
- Tussen 10 en 1000 uur per jaar.
Een gebied waarin een wolk brandbaar stof in lucht, in normaal bedrijf, af en toe aanwezig kan zijn.
ATEX-zone 22 (STOF)
Brandbare stoffen in combinatie met lucht (stof): geringe aanwezigheid op stofexplosie
Van de 3 ATEX-zones is ATEX-zone 22 het gebied met de geringste kans op ontploffing. In dit gebied worden daarom de minst strenge eisen gesteld aan de apparatuur dat hier staat of wordt gebruikt. Deze zone komt daarmee gedeeltelijk overeen met ATEX-zone 2 als het gaat om explosiegevaar.
In het kort:
- Kans op aanwezigheid van een explosiegevaarlijke stofwolk is gering en slechts gedurende korte tijd (minder dan 0,1% van de bedrijfsduur van een installatie of van de duur van een activiteit.
- Minder dan 10 uur per jaar.
Verschil tussen ATEX en ESD
De belangrijkste verschillen tussen ESD (Electrostatic Discharge) en ATEX (Explosiegevaarlijke Omgeving):
- ESD richt zich op het voorkomen van schade door statische elektriciteit, vooral aan elektronische componenten en in omgevingen waar een vonk mogelijk gevaarlijk is. ESD is vooral van toepassing in elektronische productie-omgevingen, laboratoria en cleanrooms waar gevoelige apparatuur kan worden beschadigd. ESD wordt vooral beheerst door interne standaarden binnen bedrijven en industriële normen (zoals IEC 61340).
- ATEX richt zich op het voorkomen van explosies in gevaarlijke omgevingen waar brandbare gassen, dampen of stof aanwezig zijn. ATEX is specifiek voor industrieën zoals chemische fabrieken, olieraffinaderijen, en graanopslagplaatsen waar explosiegevaar heerst. ATEX wordt gereguleerd door Europese richtlijnen (ATEX 114 en 153) en is wettelijk verplicht in bepaalde industrieën.
Kenmerk
ESD
ATEX
Doel
Voorkomen van elektrostatische ontlading en schade aan apparatuur
Voorkomen van explosies in omgevingen met explosieve atmosferen
Risico's
Beschadiging van elektronische componenten; ontsteking door vonken
Explosies veroorzaakt door vonken, hete oppervlakken of vlammen
Toepassingsgebied
Elektronica-industrie, cleanrooms, laboratoria
Industrieën met brandbare gassen, dampen, nevels of stof (zoals olie- en gasindustrie, chemische fabrieken, graanopslag)
Hoofdfocus
Beheersing van statische elektriciteit en bescherming van gevoelige apparatuur
Explosieveilige apparatuur en werkomgeving voor bescherming tegen ontstekingsbronnen
Zones
Niet-zonegebonden, maar specifieke locaties met gevoelige apparatuur
Ingedeeld in zones op basis van explosiegevaar: |
Zone 0, 1, 2 (gassen) - Zone 20, 21, 22 (stof)
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
Antistatische kleding, schoenen en polsbanden
Antistatische kleding, explosieveilige apparatuur, maskers en gehoorbescherming
Regelgeving
Industriële normen zoals IEC 61340 en bedrijfsspecifieke regels
Europese richtlijnen ATEX 114 (apparatuur) en ATEX 153 (werkomgeving)
Apparatuur
Antistatische materialen, ESD-veilige tafels en vloeren, aardingssystemen
Explosieveilige motoren, schakelkasten, verlichting, sensoren en mechanische systemen
Oorzaken van gevaar
Opbouw van statische elektriciteit, die kan ontladen en een vonk kan veroorzaken
Aanwezigheid van brandbare gassen/dampen of stof, die met een ontstekingsbron een explosie kunnen veroorzaken
Voornaamste maatregelen
Aarding van apparatuur en personen, gebruik van antistatische materialen
ATEX-gecertificeerde apparatuur, minimaliseren van ontstekingsbronnen, ventilatie en explosieveilige omhulsels
Voorbeelden van toepassingen
Productie van microchips, assemblage van elektronische apparaten
Olie- en gasinstallaties, chemische fabrieken, graan- en suikeropslagplaatsen
Wij helpen u graag verder
Nieuws en cases
Altijd op de hoogte met het laatste nieuws en onze case studies
