Mechatronische drukmeters
Drukverschilmanometers
Drukverschilmanometers – ook bekend als delta-P (p) meters of verschildrukmanometers – worden toegepast voor het meten van verschildrukken in twee separate druksystemen. Ze zijn leverbaar in o.a. de volgende uitvoeringen:
- Drukverschilmanometers met buisveer
- Drukverschilmanometers met membraan
Aangezien het hoofdbestanddeel van de meeste drukverschilmanometers – het meetelement – gelijk is aan dat van mechanische manometers waarop ze zijn gebaseerd, zijn ook de uitvoering en toepassing grotendeels identiek. Belangrijk bij het toepassen van drukverschilmanometers is de maximale toelaatbare statische druk. Deze is bepalend voor de keuze van de juiste uitvoering.
Toepassingen
- Geschikt voor het meten van lucht, gassen en vloeistoffen (voor zover het toegepaste meetelement dat toelaat)
- Toepasbaar voor het meten van:
- vervuiling in filters
- overdruk in ‘clean rooms’
- doorstroming van gassen en vloeistoffen
- Ook geschikt voor bewaking van pompen, koelsystemen en verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties
- Keuze uit meerdere meetprincipes voor:
- meetbereiken van 0 - 0,5 mbar t/m 0 - 1000 bar
- hoge werkdrukken (statische overdruk)
- verhoogde overdrukveiligheid tot 400 bar
Drukverschilmanometers met buisveer
Een drukverschilmanometer met buisveer is – in tegenstelling tot een buisveermanometer – voorzien van twee onafhankelijk van elkaar werkende buisveren en twee wijzers die om dezelfde middenas draaien. De meetelementen werken op dezelfde manier als bij een buisveermanometer.
Toepassing
- Het meten van grotere drukverschillen, bijvoorbeeld voor het bewaken van circulatiesystemen
Kenmerken
Werking
Om het drukverschil te kunnen meten, wordt de hoge druk aangesloten op de aansluiting met de ’+’ aanduiding en de lage druk op die met de ’-’ aanduiding.
De zwarte wijzer geeft op de hoofdschaal de primaire hoge druk aan, de wijzer met de rode punt de secundaire lage druk. Op de binnenschaal van de wijzer met de rode punt is met behulp van de zwarte wijzer direct het drukverschil af te lezen (met een over- of onderdruk van 50% van de eindwaarde van de schaalindeling).
Het voordeel van deze constructie is dat de druk aan de ’+’ zijde, de druk aan de ’-’ zijde én het drukverschil in één oogopslag zijn af te lezen. Overigens zijn er ook drukverschilmanometers met buisveer met één wijzer waarmee alleen het drukverschil kan worden afgelezen.
Meetbereik
- Statische drukken: ≤ 1.000 bar (afhankelijk van het model)
- Drukverschil: diverse meetbereiken vanaf 0 - 0,6 bar
Het drukverschil op de binnenschaal bedraagt maximaal 50% van de eindwaarde van de hoofdschaal. Het maximaal te meten drukverschil bedraagt dus 500 bar. Drukverschilmanometers met een buisveer zijn met name een goede keuze wanneer het te verwachten drukverschil groter is dan 1/6 deel (ofwel: 45°) van de eindwaarde van de schaalindeling. Bij kleinere drukverschillen is een drukverschilmanometer met membraan een betere keuze.
Overbelasting
De eindwaarde van de schaalindeling geldt tevens als de maximaal toelaatbare druk op één meetsysteem. Het toelaatbare drukverschil bedraagt bij een:
- constante belasting: maximaal 3/4 van de eindwaarde
- wisselende belasting: maximaal 2/3 van de eindwaarde
Nauwkeurigheidsklasse
- Klasse 1,6 of 2,5
Temperatuurbereik
- Toegestane mediumtemperatuur: -20 °C tot +60 °C (optioneel: -20 °C tot +200 °C)
- Toegestane omgevingstemperatuur: -20 °C tot +60 °C
Drukverschilmanometers met membraan
Drukverschilmanometers met membraan worden vooral toegepast bij drukverschilmetingen met een hoge statische druk en een laag drukverschil. Ze zijn vanwege de grote keuze in materialen bij uitstek geschikt voor het meten van neutrale en agressieve vloeibare en gasvormige media. Voor toepassing in hoogviskeuze, agressieve en/of kristalliserende media kunnen ze bovendien uitstekend worden samengebouwd met scheidingsmembranen ter bescherming van het binnenwerk.
Toepassing
- Filterbewaking in bijvoorbeeld de, offshore, chemische en petrochemische industrie, olie- en gassector, energiesector en water en vuilwater industrie
Drukverschilmanometers met membraan kunnen worden voorzien van één of twee microschakelaars. Deze kunnen worden gebruikt voor alarmering bijvoorbeeld voor het signaleren van een vervuild filters.
Kenmerken
Werking
Een drukverschilmanometer met membraan heeft twee drukkamers die worden gescheiden door een verticaal membraan. De aansluitingen van de drukkamers met de ’+’ aanduiding en de ’-’ aanduiding zijn via twee meetleidingen met het proces verbonden.
Het drukverschil tussen beide drukkamers wordt door het membraan via een overbrengmechanisme doorgegeven aan de wijzer. Deze beweegt over de wijzerplaat, waarop de gemeten druk kan worden afgelezen. Is de druk in beide drukkamers gelijk, dan is het membraan in balans en wordt er geen drukverschil weergegeven. Wijzigt de druk in een van beide drukkamers, dan raakt de balans verstoord en heeft de buiging van het membraan een wijzerverdraaiing tot gevolg. De wijzer geeft direct het drukverschil op de schaalindeling aan. In tegenstelling tot de drukverschilmanometer met buisveer zijn de afzonderlijke drukken in beide drukkamers niet afleesbaar. Vaak zijn drukverschilmanometers met membraan wel voorzien van een extra schaalindeling voor de primaire procesdruk.
Meetbereik
- Statische drukken: ≤ 400 bar (afhankelijk van het model)
- Drukverschil: diverse meetbereiken van 0 - 16 mbar t/m 0 - 40 bar
Overbelasting
Dankzij de constructie van het membraan en het membraanhuis zijn membraanmanometers op eenvoudige wijze beschermd tegen overbelasting.
- Standaard: ≤ 5x de eindwaarde van de schaalindeling (met een maximum van 25 - 40 bar)
Optioneel: overdrukveilig ≤ 400 bar
Nauwkeurigheidsklasse
- Klasse 2,5 en 1,6 (optioneel: klasse 1,0)
Temperatuurbereik
- Toegestane mediumtemperatuur: -20 °C tot +100 °C (optioneel: -20 °C tot +130 °C)
- Toegestane omgevingstemperatuur: -20 °C tot +60 °C (met siliconenvulling: -40 °C tot +60 °C)
Montage
Drukverschilmanometers kunnen vanwege de constructie en de twee aansluitingen (‘+’ en ‘-’) niet rechtstreeks op een procesleiding worden gemonteerd. Ze worden daarom meestal aan een wand of pijp gemonteerd en met meetleidingen op het proces aangesloten. Het verdient aanbeveling om de meetleidingen van de toevoer naar de ’+’ en de ’-’ aansluitingen te voorzien van naaldafsluiters en tussen de ’+’ en de ’-’ aansluitingen een drukvereffeningsafsluiter te monteren.
Manifolds
In plaats van losse afsluiters in de meetleidingen te monteren worden tegenwoordig vaak 3-weg of 5-weg kranenblokken –ook bekend als manifolds – toegepast. Deze zijn leverbaar in tal van uitvoeringen, druktrappen en (afdichtings)materialen en kunnen op verschillende manieren worden gemonteerd.
Mechatronische drukmeters
Wij helpen u graag verder
Nieuws en cases
Altijd op de hoogte met het laatste nieuws en onze case studies.