Membraantrommelmanometers
Membraantrommelmanometer– ook bekend als doosveermanometers – zijn ontworpen voor het meten van lage positieve en negatieve druk vanaf circa 2,5 mbar. Ze zijn geschikt voor processen met droge lucht en overige gasvormige media en worden met name toegepast in gasstraten, beademingsapparatuur, beluchtingsinstallaties, windtunnels en meet- en regelinstallaties voor technische gassen.
Werking
Een membraantrommelmanometer is een afgeleide vorm van de membraanmanometer. Dit type drukmeter bevat een membraantrommel-meetelement, bestaande uit twee speciaal gevormde membranen die aan de omtrek drukdicht aan elkaar zijn gesoldeerd of gelast.
Door de boring in het aansluitstuk stroomt het medium de membraantrommel binnen. Bij een verandering van de druk zullen de beide membranen uitzetten of krimpen. De mate van vervorming is evenredig aan de gemeten druk. De beweging van het membraan wordt overgebracht op het overbrengmechanisme – het binnenwerk – dat op zijn beurt een wijzerverdraaiing teweeg brengt. Door deze verdraaiing beweegt de wijzer over de wijzerplaat, waarop de gemeten druk kan worden afgelezen. Voor de laagste meetbereiken worden – voor het verhogen van het arbeidsvermogen – meerdere van deze membraantrommels aan elkaar gekoppeld. Zo ontstaat een balg van membranen.
Meetbereik
Het meetbereik van een membraantrommelmanometer ligt tussen 6 mbar en 600 mbar. Er zijn echter ook speciale versies leverbaar met een meetbereik vanaf 2,5 mbar.
Overbelasting
Membraantrommelmanometers kunnen standaard tot tien maal de eindwaarde van de schaalindeling worden overbelast. Hiertoe is een klepje in de aansluiting bevestigd dat wordt aangestuurd door de membraantrommel. Wordt de druk hoger dan de eindwaarde van de schaal, dan sluit het klepje en is het binnenwerk beschermd tegen overdruk.
Nauwkeurigheidsklasse
De nauwkeurigheid van membraantrommelmanometers is vastgelegd in de Europese norm EN837-3 en is afhankelijk van het ontwerp van de wijzerplaat, het meetbereik en de kastdiameter. Membraantrommelmanometers worden geleverd met een nauwkeurigheidsklasse van 2,5 tot en met 1,6. Deze waarde geeft de maximaal toelaatbare meetfout aan in procenten van het totale meetbereik van de manometer.
Temperatuurbereik
- Toegestane mediumtemperatuur: -20 °C tot +100 °C (optioneel: -40 °C tot +100 °C)
- Toegestane omgevingstemperatuur: -20 °C tot +100 °C
Montage
Doosveermanometers zijn standaard voorzien van een nulpuntinstelling. Na het monteren dient de membraantrommelmanometer op nul gesteld te worden. Deze zeer gevoelige drukmeters kunnen als gevolg van transport of de omgevingscondities een lichte afwijking hebben.
Wij helpen u graag verder
Nieuws en cases
Altijd op de hoogte met het laatste nieuws en onze case studies.
